abonneer je op mijn twitter!

woensdag 16 november 2011

Sociogram

Om sociale relaties en verbindingen die in een groep spelen zichtbaar te maken, kun je een sociogram afnemen. Een sociogram bestaat uit een aantal gerichte vragen waarvan de antwoorden later in een grafiek kunnen worden omgezet. Hierin wordt dan de aantrekking en afstoting tussen groepsleden weergegeven.

Sociometrie
Rond 1960 ontwikkelde Jacob Levy Mareno de sociometrie om de relatiepatronen binnen een groep zo helder mogelijk in beeld te brengen in een zogenaamd sociogram. Volgens Mareno zou men de samenwerking tussen mensen kunnen verbeteren door met behulp van een sociogram evenwichtig samengestelde groepen te vormen.

Je zou het echter ook kunnen gebruiken om juist die personen met elkaar te laten samen werken die in eerste instantie geen aantrekkingskracht tot elkaar voelen. Hierdoor kan een ieder leren waar de positieve (sterkere) kanten van een ander ligt.

Sociogram
Sociogram is ontwikkeld met name rond onderwerpen zoals pesten of het zondebokfenomeen, maar ook om zicht te krijgen op de ontwikkeling van de groep over langere tijd gezien, of om subgroepjes samen te stellen en van daaruit de groepsstructuur te beïnvloeden.

Een leerkracht is voor een groot deel van de dag aan het observeren, signaleren, analyseren en registreren van hetgeen hij/zij ziet aan resultaten en gedrag. Met name het gedrag registreren is voor een leerkracht belangrijk om te voorkomen dat problemen zich voordoen binnen een groep. Echter, het blijft voor een groot deel subjectief. De leerkracht doet het werk en heeft daarbij eigen intrinsieke waarden en normen. De leerkracht kan echter niet even een venstertje openen bij het kind om zo goed na te gaan wat het kind nu uiteindelijk echt denkt en voelt en waar het al dan niet sympathieke gevoelens voor heeft of niet.

Om er voor te zorgen dat een leerling zich goed voelt binnen een groep, moeten er aan drie basisbehoeften worden voldaan:

  1. de leerling moet zich veilig kunnen voelen en bij een groep horen.
  2. de leerling moet enige invloed kunnen uitoefenen op de groep, moet zich kunnen uiten en merken dat de groep hier niet aan mee doet. Begrijp ik niet helemaal
  3. de leerling moet enig persoonlijk contact kunnen hebben met andere groepsleden.

Gegevens
Om nu te kijken hoe het kind binnen een groep staat is het afnemen van het sociogram een mogelijkheid. Dit is een vrij simpel sociogram om op een snelle manier aan bepaalde gegevens te komen.

De website is: www.sociogram.nl

Je moet je als leerkracht aanmelden en dan krijg je een account met een wachtwoord. Daarna ga je de leerlingen van de groepen ingeven en geef je een naam aan een test. Elke test heeft dezelfde vragen maar omdat je op verschillende momenten per jaar, bijvoorbeeld met de herfst en lente, de afname doet om zo de ontwikkeling binnen een groep te registreren, moet je per test een "naam" geven (bijvoorbeeld groep 7 oktober 2005).

De test zelf bestaat uit 4 vragen.

  1. met wie zou je graag willen spelen?
  2. met wie zou je niet zo graag willen spelen?
  3. met wie zou je graag willen werken?
  4. met wie zou je niet zo graag willen werken?

3 kinderen aanwijzen
Bij elke vraag moeten de leerlingen 3 kinderen aanwijzen. Voor de bovenbouw is het geen probleem om zelf deze vragen te beantwoorden. Het programma is makkelijk te bedienen. De leerling moet wel op een plek zitten waar de privacy is gegarandeerd.

Voor de onderbouw, groep 1, 2 en 3 bij aanvang van het schooljaar, is het nodig om de vragen samen door te nemen en in te vullen.

In de praktijk is echter gebleken dat het aan te raden is om ook groep 3 en 4 verder te begeleiden omdat er veel namen op het scherm staan en een kind er lang over doet om de nodige kinderen uit te kiezen. Het invullen van namen op een papiertje is dan eventueel efficiënter en dat de leerkracht zelf daarna de gegevens intypt in de computer.

Als de hele groep de vragen heeft beantwoord wordt er een analyse gemaakt van het "speelgedeelte" en "werkgedeelte". Deze analyse geeft per gedeelte weer: persoon tot persoon en groep.

Persoon tot persoon:
Wie kiezen positief voor elkaar?
Wie kiezen negatief voor elkaar?
De negatief-positief gevallen.

Groep:
Wie zijn populair in de groep?
Wie zijn verstoten uit de groep?
De tegenstrijdige gevallen.

Daarbij kun je ook nog een sociogramtabel afdrukken die een geheel overzicht geeft.

De site www.sociogram.nl geeft verder geen suggesties ter verandering of verbetering van de groep. Het geeft alleen maar een overzicht.

Door op de site op demonstratie te klikken krijgt u een beeld van bovenstaand.

De leerkracht zelf moet nu verder gaan met deze gegevens om eventuele samenwerkingsverbanden tussen de leerlingen te bewerkstelligen. De gegevens zijn dus een handvast/middel om verder te gaan. Een objectieve signalering.

3 opmerkingen:

  1. Heeft u de test ook met de leerlingen zelf gedaan? Zo ja ik denk dat de leerlingen onderling gaan bespreken wie ze besproken hebben. Zo komen ook de negatieve leerlingen uit de test. Hoe is uw klas hiermee omgegaan?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat vroeg ik mij ook af inderdaad.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Je moet ervoor zorgen dat je je niet alleen maar op deze 4 vragen richt (bij de jongere kinderen). Stel tussendoor ook eens andere vragen. De oudere kinderen die snappen als het goed is wel dat het niet de bedoeling is dat je andere kinderen overhaald om jou te kiezen of je keuzes gaat bespreken.

    BeantwoordenVerwijderen