abonneer je op mijn twitter!

dinsdag 15 november 2011

Zorg van school en thuis

Gedrag van kinderen
Opgroeien en groot worden doe je niet alleen thuis of op school. Het gedrag van kinderen op school wordt beïnvloed door omstandigheden thuis, het gedrag thuis door zaken die op school spelen. De zorg voor een evenwichtige sociaal emotionele ontwikkeling is een gedeelde verantwoordelijkheid van de ouders en de school.

Kinderen met ADHD stellen zichzelf vaak ongewild voor problemen en worden daardoor belemmerd in hun sociaal emotionele ontwikkeling. Uitgangspunt bij het traject voor speciale zorg is dan ook dat ouders betrokken worden bij de uitvoering. Een gesprek met de ouders kan verhelderend werken.


De leerkracht weet nu hoe de ouders hun kind ervaren, of welke knelpunten zich voordoen in de thuissituatie en welke acties de ouders ondernomen hebben. Verder is het natuurlijk belangrijk dat de school op de hoogte is van eventueel medicijngebruik.

Het contact tussen de school en de ouders kan op verschillende manieren worden ingevuld.





Regelmatig overleg
Wederzijdse steun is erg belangrijk. Leraren en ouders zullen hun best moeten doen zich in te leven in wat de ander bezighoudt. Regelmatig contact over “wat er goed ging” en “wat er mis ging” voorkomt misverstanden en wederzijdse irritatie. Bovendien worstelen beiden vaak met hetzelfde probleem: zoeken naar een aanpak die werkt.

Spreek eenmaal per week af even contact te hebben, bijvoorbeeld bij het ophalen van het kind op school of telefonisch. Eén keer per maand kan een uitgebreider gesprek worden afgesproken. Dan wordt ingegaan op bijvoorbeeld de uitwerking en effecten van een handelingsplan of worden afspraken gemaakt over het huiswerk.

Heen en weer schriftje
Via een heen-en-weer schriftje kunnen ouders en leerkrachten elkaar op de hoogte houden van wat er thuis en in de klas is gebeurd. Hierdoor krijgen beide partijen een beter beeld van wat het kind allemaal meemaakt. Ook kunnen in het schrift praktische zaken opgeschreven worden, zoals huiswerk en meebrengen van spullen.

Thuisgebonden beloningssysteem
Voor de leerling is het belangrijk te ervaren dat de ouders en de leerkracht dezelfde dingen belangrijk vinden en dat zij samen de leerling willen helpen om zijn gedrag te verbeteren en dat zij daarbij geen geheimen voor elkaar hebben. Om dit duidelijk te maken kan onder andere gewerkt worden met een zogenaamd thuisgebonden beloningssysteem.

Bij een thuisgebonden beloningssysteem krijgt het kind van de leerkracht een waardering mee die aangeeft hoe het kind zich die dag op school heeft gedragen. De ouders kunnen het kind dan belonen voor het goede gedrag op school. Dit beloningssysteem kan deel uitmaken van een uitgebreider beloningssysteem dat op school of thuis gehanteerd wordt. Bijvoorbeeld een puntensysteem met ruilversterkers.

Elke goede waardering van school levert het kind een kaartje met één punt op. Deze kaartjes kunnen gespaard worden en samen met de kaartjes die het kind thuis voor ander gewenst gedrag verdiend heeft ingeruild worden voor een kleine beloning of een leuke activiteit. De leerkracht kan zijn waardering uiten in de vorm van een briefje of opmerking in het heen en weer schriftje. Nog beter (en interessanter) is het werken met een waarderingskaart.

Voorbeeld van een leerlingwaarderingskaart LINK

De inhoud van de waarderingskaart is afhankelijk van het gedrag waar op dat moment aan gewerkt wordt. De aandachtsgebieden blijven wel beperkt tot vier of vijf vormen van gedrag. Het is de bedoeling dat de kaart in het begin iedere dag mee naar huis gaat.

Naarmate het gedrag verbetert, kan dit geleidelijk aan afgebouwd worden. Het streven is dat het uiteindelijk niet meer nodig zal zijn. Een succesvol resultaat is afhankelijk van de nauwkeurigheid waarmee de leerkracht het gedrag van de leerling observeert en waardeert.

Ook de eerlijkheid en vooral de consequentheid waarmee de beloningen thuis gegeven worden speelt een grote rol bij het succes van dit beloningssysteem. Er zijn verschillende dagelijkse rapportagekaarten mogelijk. De leerkracht kan het gedrag over de totale schooldag beoordelen. De kans dat de leerling ongewenst gedrag laat zien is dan wel groter. Het gewenste gedrag kan ook per lesperiode worden beoordeeld of er kan een verdeling gemaakt worden in ochtend en middag. 

Aanvullende rapportagekaarten LINK

Afspraken over huiswerk
Huiswerk kan nogal wat irritatie oproepen. Voor een kind met ADHD is de schooldag al heel vermoeiend. Om dan thuis nog eens huiswerk te moeten maken of werk af moeten maken dat op school niet op tijd klaar was, is een zware belasting. Maak samen met de ouders afspraken over het wel of niet maken en af hebben van huiswerk.

Ouders hebben meestal een goed idee of hun kind in staat is om huiswerk na schooltijd te maken. Tevens is het verstandig wanneer de leerkracht en ouders overleg hebben over de manier waarop de leerstof aangeleerd wordt. Het is belangrijk dezelfde instructiewijze te gebruiken.


Denk hierbij bijvoorbeeld aan het hanteren van denkstappen. “Wat ga ik doen – hoe ga ik het doen – ik doe het – hoe deed ik het?” Strafwerk thuis maken moet voorkomen worden. Op de eerste plaats, omdat de tijdsafstand tussen het ongewenste gedrag en de straf veel te groot is. Het kind zal het verband tussen beide niet echt ervaren. De kans dat het kind een hekel gaat krijgen aan school wordt vergroot. Voor de ouders is het bovendien vaak een enorme opgave om het kind aan het “strafwerk te krijgen”.

Afspraken leerprestaties
Soms komen de leerprestaties van het kind op de tweede plaats. De ouders en de leerkracht zijn het er over eens dat het gedrag van het kind extra aandacht vereist en dus op de eerste plaats komt. Dat wil echter niet zeggen dat de leerprestaties niet belangrijk zijn en dat er geen aandacht aan geschonken moet worden.

De gedragsaspecten die verbeterd moeten worden zijn in feite ook al voorwaarden voor het leveren van leerprestaties. Het verbeteren van de taakwerkhouding, de omgang met andere kinderen, het “bij de les zijn” zijn ook al zware taken voor een kind met ADHD. Het is belangrijk dat ouders erachter staan dat de nadruk voor een bepaalde tijd ligt op het aanleren van bijvoorbeeld een taakwerkhouding of probleemoplossend gedrag. Ouders en leerkrachten moeten samen deze prioriteiten erkennen.

Elkaar motiveren en steunen
Het kan motiverend werken wanneer de leerkracht en de ouders elkaar motiveren en steunen. Dit kan door elkaar te wijzen op behaalde successen, ook al zijn ze nog zo klein. Het doet ouders goed te horen dat hun kind die dag zo goed met de taalles heeft mee gedaan. Andersom geldt dit natuurlijk ook. Het werkt motiverend voor de leerkracht wanneer hij van de ouders een stukje waardering krijgt voor zijn inzet bij de extra begeleiding van hun kind op school.

Samen nadenken over medicatie
Zowel de ouders als de leerkracht zullen betrokken worden bij de procedure die hoort bij het voorschrijven van de medicatie. Beide zullen observatielijsten moeten invullen voordat de medicatie wordt ingesteld en tijdens het instellen. In deze periode ervaringen uitwisselen is een pluspunt. Ook het tijdig innemen van de medicatie speelt op school een rol.

Informatiebijeenkomsten voor ouders
Vooral wanneer er op een school meerdere drukke kinderen zitten, waarvan het vermoeden leeft dat er sprake is van ADHD, dan doet de school er goed aan om een informatiebijeenkomst te organiseren voor ouders.

Het kan bijzonder ondersteunend en inspirerend werken een avond voor ouders te organiseren met betrekking tot dit onderwerp. Ouders kunnen onderling ervaringen uitwisselen en vragen stellen.

Door miscommunicatie, onbegrip en verkeerde verwachtingen kan de relatie tussen de leerkracht en de ouders verstoord raken. Wat kan een school dan ondernemen?


Contract
Wanneer de communicatie tussen ouders en de leerkracht verstoord is geraakt door bijvoorbeeld verkeerde verwachtingen, dan kan het opstellen van een contract dat door zowel de ouders als leerkracht wordt ondertekend, uitkomst bieden. Voorwaarde is wel, dat de ouders nog vertrouwen hebben in de leerkracht.


In dit contract wordt beschreven wat beide partijen concreet van elkaar verwachten: acties, afspraken voor overleg, evaluatiemomenten en scenario’s voor vervolg. Er kan bijvoorbeeld worden afgesproken dat de school nog drie maanden het kind kan begeleiden via een thuisgebonden beloningssysteem, remedial teaching en extra instructie, maar dat als er geen vooruitgang is geboekt, er een verzoek tot externe hulpverlening ingediend zal worden.

Bemiddeling
Als de onderlinge verhoudingen tussen de ouders en de leerkracht dusdanig verstoord zijn, dat zaken verkeerd geïnterpreteerd worden en een escalatie dreigt, kan een tussenpersoon ingeschakeld worden.

Voorwaarde is wel dat deze persoon door de ouders en de leerkracht vertrouwd wordt; liefst iemand die nog niet eerder te maken heeft gehad met de leerkracht, de ouders en het kind. Via gescheiden gesprekken kan deze bemiddelaar proberen het probleem dat speelt te ontrafelen en een voorstel voor verdere aanpak te doen.

Een nieuwe start
Het kan voorkomen dat de slechte relatie tussen school en de ouders zich toespitst op één specifieke leerkracht. Is het vertouwen in de school nog wel aanwezig, dan kan worden overwogen om het kind in een parallelgroep te plaatsen (indien aanwezig) of de start van het nieuwe schooljaar af te wachten voordat verdere acties worden ondernomen.

Een eventuele nieuwe start dient wel goed begeleid te worden: goede informatieoverdracht, gesprekken en afspraken met ouders maken. Een andere school Als het vertrouwen in de school dusdanig geschaad is dat de onderlinge relatie niet te herstellen is, dan is soms het verplaatsen van het kind naar een andere school de beste oplossing. Zowel het kind als de ouders kunnen met een schone lei starten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten