abonneer je op mijn twitter!

maandag 14 november 2011

Straffen

Maatregelen
Naast maatregelen om gewenst gedrag te laten toenemen, bestaat er ook maatregelen om ongewenst gedrag te laten afnemen. Om probleemgedrag te laten afnemen zal een combinatie van beide maatregelen worden gebruikt. Ook hier geldt weer de hiƫrarchie. Aan de ene kant zien we de meest positieve methode en aan de andere kant de meest negatieve. Combineer een negatieve techniek altijd met een positieve. Een positieve techniek heeft een gunstiger invloed op het zelfbeeld van het kind. Kies dus in eerste instantie ook altijd de meest positieve techniek.

Aan bod komt het negeren van ongewenst gedrag, een aantal milde vormen van straf, de time-out methode en andere vormen van straf.

Negeren van ongewenst gedrag




Bij het negeren van ongewenst gedrag gaat het om absoluut geen aandacht geven aan het ongewenste gedrag. Het is belangrijk dat deze techniek samengaat met het versterken van gewenst gedrag.

Milde vormen van straf
Hierbij is een onderscheid te maken in ‘straffen door het weghalen van versterkers’ en ‘de time-out methode’.

    • Straffen door het weghalen van versterkers
      Verdiende beloningen, versterkers of privileges moeten bij het vertonen van ongewenst gedrag weer ingeleverd worden. Wanneer gewerkt wordt met ruilversterkers is deze methode goed te gebruiken. Het is dan wel van belang dat de leerling voldoende gelegenheid heeft om de versterkers (terug) te verdienen.
    • De time-out methode
      Time-out wordt toegepast iedere keer als de leerling, van te voren afgesproken, ongewenst gedrag laat zien. De leerling wordt tijdelijk afgezonderd uit een schijnbaar belonende situatie. Escalaties worden op deze manier voorkomen.
      Time-out procedure in schema

Belangrijke aandachtspunten:

  • Pas wanneer gemakkelijker toepasbare vormen van straf niet werken of niet geschikt zijn kunt u gebruik maken van de time-out methode. Voorbeelden waarbij de time-out procedure geschikt is zijn ernstige driftbuien, het kapot maken van spullen, anderen of zichzelf pijn doen of heel hard gillen of schreeuwen.
  • Het ongewenste gedrag moet regelmatig, bij voorkeur dagelijks voorkomen. Time-out moet niet bij verschillende ongewenste gedragingen tegelijk gebruikt worden. Dat is onduidelijk en onvoorspelbaar voor de leerling.
  • De leerkracht kiest voor de time-out vooraf een geschikte ruimte of plaats. Zorg voor een ‘saaie’ ruimte of plek met zo min mogelijk omgevingsprikkels.
  • Voor vrijwel alle kinderen volstaat een kortdurende time-out van drie tot vijf minuten.
  • Bespreek de time-out procedure met de leerling. Vertel zo concreet mogelijk om welk gedrag het gaat, hoe de time-out procedure er uitziet (waarschuwing, laatste waarschuwing, time-out) en wat de consequentie is als het kind de time-out ruimte te vroeg verlaat of er niet in gaat. Hierbij kan visuele ondersteuning gebruikt worden bij kinderen die daar houvast aan hebben.
  • Tijdens de uitvoering van de time-out procedure is het belangrijk duidelijk en beslist over te komen. Op deze manier wordt het ongewenste niet versterkt of beloond.
  • Gebruik time-out altijd samen met het versterken van het doelgedrag.
  • Bespreek de methode vooraf met de hele groep en spreek het empathisch vermogen van de leerlingen aan. De groep bij dit gedragsprobleem betrekken kan als voordeel hebben dat de leerling beter begrepen wordt.
  • Na de time-out bespreekt de leerkracht kort met de leerling het gedrag dat plaatsvond, het gevolg van dit gedrag en het gevoel wat de leerkracht hierbij heeft. Maak hierbij gebruik van de gesprekstechnieken van Gordon.

Gesprekstechnieken Gordon

Andere vormen van straf Bij voorkeur worden de onderstaande straffen enkel gegeven wanneer de leerling andere leerlingen psychisch of fysiek benadeelt of stelselmatig en bewust de regels overtreedt. De consequenties die volgen op het probleemgedrag dienen duidelijk van te voren aangegeven te worden en bij de leerling bekend te zijn. Er zijn verschillende vormen van straf:

  1. Het zeggen of toedienen van iets vervelends:
    1. Sociale straf: de leerkracht kijkt boos en moppert.
    2. Materiƫle straf: een slecht cijfer, een briefje mee naar huis.
    3. Activiteitenstraf: extra werk maken, de klas opruimen, enzovoorts. Activiteitenstraf kan worden toegepast wanneer er sprake is van hardnekkig voorkomend en moeilijk te veranderen gedrag (bijvoorbeeld agressief gedrag) of destructief gedrag (vernielen van andermans eigendommen).
  2. Het toepassen van overcorrectie-procedures:
    1. Wanneer de leerling ongewenst gedrag vertoont, moet hij het doelgedrag enkele keren laten zien (bijvoorbeeld slordig werk drie keer netjes overschrijven).

Belangrijk

  • Straf onmiddellijk wanneer het probleemgedrag van een leerling gevaar oplevert voor andere leerlingen.
  • Straf wanneer andere methoden niet werken, maar denk dit niet te vlug.
  • Wanneer een straf aan de orde is als onderdeel van een handelingsplan, straf dan zo snel mogelijk bij de aanvang van het probleemgedrag, of direct na afloop. Dit is belangrijk voor het ontstaan van de koppeling gedrag-straf.
  • Straf elke keer wanneer de leerling het probleemgedrag laat zien. Wees hierin consequent en ga niet over in herhaaldelijk waarschuwen. Wanneer ongewenst gedrag voordeel oplevert (in dit geval niet bestraft wordt), wordt het ingeslepen in het gedragspatroon.
  • Straf niet te lang: een lange straf, of langdurige straffen, kan zorgen voor veel negatieve bijverschijnselen.
  • Vertel kort en op neutrale toon waarom de leerling gestraft wordt: als onderdeel van het contract, handelingsplan, afspraak.
  • Bedenk een passende straf. Wat voor het ene kind een straf is, kan voor een ander kind een beloning zijn (bijvoorbeeld het bord uitvegen).
  • Straf zo min mogelijk. Let vooral op het gedrag dat wel goed gaat. Straf kan een negatieve leerkracht-leerling relatie veroorzaken. Straf werkt het beste wanneer er sprake is van een positieve relatie tussen beide.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten